Al eeuwen geleden voerde Socrates in Athene gesprekken met Jan en Alleman. Hier lees je een korte geschiedenis en uitleg over deze methode.
Het Socratisch Gesprek is de meest bekende en toegepaste vorm van filosofie-in-de-praktijk. Het is een gesprekstechniek die beschreven staat in de verhalen van Plato over zijn leermeester Socrates zo'n 25 eeuwen geleden in het oude Athene. Socrates stelde aan iedereen vragen of ze dat nu wilden of niet. Een ieder die zich uitgaf als expert moest na enkele vragen van Socrates maar al te vaak bekennen dat hij toch ook niet helemaal precies wist hoe het zat. Voor Socrates is dat winst: weten dat je niet weet.
Het Socratisch Gesprek is eind 20e eeuw nieuw leven ingeblazen als een vorm van praktische filosofie. Het is een vaardigheid in plaats van het spuien van kennis. Er zijn weinig regels bij een Socratisch gesprek maar de resultaten zijn overweldigend. Het gesprek begint met de eigen ervaringen bij een filosofisch interessante vraag:
De ervaringen van een van de deelnemers gebruiken we om de gedachten en ideeën over de startvraag helder te krijgen. Zowel de vraag als het antwoord komen uit de groep. We hebben het dus over reeële onderwerpen, recht uit de praktijk, uit het leven. De gekozen vraag en voorbeeld zijn verder het ijkpunt voor het filosofisch onderzoek. Het onderzoek naar de startvraag zal steeds in het teken staan van het concrete voorbeeld. Met kleine stappen gaat het gesprek voort. Uiteindelijk zal blijken of de experts met hun mond vol tanden komen te staan. In ieder geval zal iedereen wijzer zijn geworden van het filosofisch onderzoek naar deze vraag.